De komst van een zwangerschapslogo op flessen drank dat zwangere vrouwen moet wijzen op het risico van alcoholconsumptie, lijkt weer een stap dichterbij. Na de zomer geeft staatssecretaris Van Rijn (VWS) duidelijkheid. Een silhouet van een zwangere vrouw in een rode cirkel met een rode streep erdoor. Zo’n logo zou op elke fles met alcoholhoudende […]
De komst van een zwangerschapslogo op flessen drank dat zwangere vrouwen moet wijzen op het risico van alcoholconsumptie, lijkt weer een stap dichterbij. Na de zomer geeft staatssecretaris Van Rijn (VWS) duidelijkheid. Een silhouet van een zwangere vrouw in een rode cirkel met een rode streep erdoor. Zo’n logo zou op elke fles met alcoholhoudende drank moeten worden aangebracht om het risico op het foetaal alcohol syndroom (FAS) te voorkomen, zo bepleitte de FAS Stichting in december 2011 bij minister Schippers.
De organisatie verspreidde stickers met het logo onder de leden van de vaste Kamercommissie van VWS, net zoals de moederorganisatie, de European FASD Alliance, dat deed in andere Europese landen. „Als een vrouw tijdens haar zwangerschap alcohol drinkt, krijgt haar baby die ook binnen. Dat kan leiden tot groei- en gedragsstoornissen en hersenbeschadigingen bij de baby”, aldus de initiatiefnemers.
Toenmalig CDA-Tweede Kamerlid Uitslag kaartte het idee aan bij minister Schippers (VWS), die er niet onwelwillend tegenover stond. Op de vraag of er in Nederland zo’n logo kon komen, antwoordde Schippers op 2 februari 2012 dat zij de mogelijkheid van vrijwillige invoering door de alcoholbranche wilde gaan verkennen. De Europeesrechtelijke etiketteerverordening zorgde volgens haar voor een welkome steun in de rug. Deze schrijft de alcoholbranche niets voor, maar geeft lidstaten wel de mogelijkheid om nationaal extra vermeldingen op etiketten te plaatsen.
Van belang was verder Schippers verwijzing naar Frankrijk; het enige EU-land dat het plaatsen van een waarschuwingslogo voor zwangere vrouwen op flessen met alcoholhoudende dranken verplicht heeft gesteld. Was in 2004 nog 81,5 procent van de Franse bevolking van mening dat alcoholgebruik tijdens de zwangerschap onaanvaardbaar was, na de invoering van het waarschuwingslogo in 2007 was 86,9 procent zich daarvan bewust.
In december 2012 bleek echter dat de vrijwillige route strandde op een stevig nee van de alcoholbranche. In de Kamer wekte die weigering ongenoegen; niet alleen bij het CDA, maar ook bij de PvdA. In een Kamerdebat maakte Schippers duidelijk dat het kabinet het er niet bij zou laten zitten. Zij wilde de mogelijkheid van een logo blijven verkennen en daarover een doelstelling opnemen in een aan de Kamer toegezegd actiepreventieplan. „Als we voor logo’s kiezen, moeten ze zo’n vorm hebben dat iedereen direct begrijpt wat er wordt bedoeld”, aldus Schippers. Zij noemde de Franse logo’s „petieterig klein.”
Door de toenemende politieke druk ging de branche overstag. Zodoende kon staatssecretaris Van Rijn de Kamer op 30 mei melden dat het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), 
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en de Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (Stiva) „in juni” een rapport zouden uitbrengen over de mogelijkheden die zij zagen voor zelfregulering, voor het op vrijwillige basis invoeren van het logo dus.
Dat rapport is er inderdaad nog niet, bevestigde Van Rijn deze week in een brief aan de Tweede Kamer. Wel heeft de horecasector hem opnieuw verzekerd bereid te zijn tot medewerking. „Ik hoop na de zomer met ze tot overeenstemming te komen over hoe de sector de invoering van het logo gaat realiseren, en zal u vervolgens hierover informeren”, stelt de staatssecretaris. Het ”of” van het logo is blijkbaar definitief een gepasseerd station.
En inderdaad, vrijdag bevestigde directeur De Wolf van de Stiva de komst van het logo niet te zullen blokkeren. „We gaan kijken hoe we het voor elkaar kunnen krijgen, onze grondhouding is positief.”
De Wolf benadrukt dat het logo al ter sprake kwam ten tijde van het kabinet-Balkenende IV, „maar toen had onder anderen minister Klink duidelijk zijn bedenkingen. Uiteindelijk is noch het ministerie noch de Kamer er toen op doorgegaan. Natuurlijk zien wij ook wel dat het nu een urgentere kwestie is geworden voor de Tweede Kamer. Uiteraard zet dat de toon voor het overleg; niet alleen voor het ministerie, ook voor ons.”
Bron: www.refdag.nl